Dat Belgie bekend staat om zijn heerlijke speciaalbieren, dat komt vast niet als een verrassing. Over de hele wereld worden Belgische bieren gedronken als ware delicatessen. Maar wat weet jij eigenlijk van bier? Hoe wordt het gemaakt en hoe komt het precies van de brouwer tot aan het flesje in jouw hand? En misschien nog wel belangrijker, hoe bepaal je welk biertje bij jou past? Met deze 5 stappen nemen we je mee in het bierbrouwproces tot aan de leukste feitjes over Belgisch bier. Zo kun jij goed voorbereid op het volgende feestje verschijnen! Lees vlug mee.

Stap 1: van plant naar drank

De hoofdingrediënten van bier zijn water, gerstenmout, hop en gist. De mout wordt gemalen in de brouwerij en gemengd met warm water totdat er een papje ontstaat. Deze dikke pap wordt gefilterd en dan blijft er een heldere vloeistof over. De vloeistof wordt gekookt met de hop in een grote ketel. Vervolgens wordt het mengsel afgekoeld en gefilterd. Daarna is het tijd voor de gisting.

Stap 2: geduld tijdens het gisten

Wanneer je alle ingrediënten bij elkaar hebt, dan is het tijd voor een portie geduld. Want het gisten kan soms wel weken duren. Tijdens het gisten wordt het suiker omgezet in alcohol en koolzuur. Afhankelijk van het type bier en de sterkte van de bubbels van het koolzuur, is er een langer of juist korter gistingsproces nodig. Dit is ook het moment waarbij extra smaakjes, kleurstoffen of zoetstoffen toegevoegd kunnen worden. Heb je al dorst gekregen? Daar past natuurlijk ook een lekker streekgerechtje bij.

Stap 3: klaar met wachten? Op naar de fles! Of toch het vat of een blikje?

Wanneer de brouwmeester tevreden is, dan gaat het bier door een filter en daarna het vat in, het flesje of het blik. Maar wat is nu het beste verpakkingsmiddel voor je favoriete biertje? Vaten worden vooral in de horeca gedronken, zijn ideaal voor het tappen van grote hoeveelheden bier en beschermen goed tegen de invloeden van zuurstof en temperatuur. De hoeveelheid koolzuur is vaak wel wat hoger. Een flesje of blik is weer handiger voor de consumptie thuis. Blikjes winnen tegenwoordig aan populariteit omdat aluminium goed beschermt tegen de invloeden van licht en temperatuur. Donkere bierflesje kennen dat voordeel ook ten opzichte van doorzichtig of groen glas.

Stap 4: blond, dubbel, tripel of quadrupel?

Het is een mythe dat de termen dubbel, tripel en quadrupel iets zeggen over het alcoholpercentage van een biertje. Het verschil zit in de bierstijl en dan met name het soort mout dat gebruikt wordt. De mout van blond bier is bijvoorbeeld licht van kleur terwijl de mout van dubbel soms zelfs licht gebrand is. Bij een tripel is meer mout, maar wel weer van een lichte kleur gebruikt waardoor het een lichtere kleur heeft met een hoger alcoholpercentage. Datzelfde geldt voor een quadrupel, maar dan met nog meer gebruik van mout.

Stap 5: leer je smaak kennen.

Tegenwoordig hebben we in Belgie een heleboel speciaal bieren. We kennen de trappistenbieren of abdijbieren, maar ook de fruitige zomerbieren en juist de hele zure of zware eisbocks. Wat jouw smaak precies is, daar kom je maar op een manier achter. Proeven, proeven en nog eens proeven. Grofweg zijn er vijf basissmaken die je in bier kunt tegenkomen, namelijk zoet, zuur, bitter, zout en umami. In ieder biertje zijn deze basissmaken in meer of mindere maat aanwezig. Er zijn tal van combinaties. Een leuke tip om daar zelf achter te komen is om een bierproeverij met vrienden te houden of in je favoriete café. Voor welke smaak kies jij als eerste?

Wil je meer weten? Hier vind je een lijst van alle bierbrouwerijen in België.